Een kleine update:
Recentelijk heb ik gemeten wat bij een DRA818U ontvanger module de delaytijd is, m.a.w. de tijd die het duurt van fasesprong op de antenne (=nieuwe antenne in een doppler array) tot de audio puls aan de ontvanger uitgang.
Die bedraagt maar liefst 1,7msec.
Dat betekent in een normale doppler setup met zeg 500 rondjes per seconde dat de puls pas uit de ontvanger komt als de array alweer 3 antennes verder is...
Geen probleem met de calibratie die ik gebruik door domweg een correctie bij of af te tellen.
Maar wel lastig als je in de verleiding komt om beurtelings links- en rechtsom te draaien.
Goos heeft daarvoor ooit al eens gewaarschuwd. Gewoon irritant hoe vaak die man gelijk heeft...
Mijn Stabo scanner heeft met dezelfde meetmethode een delay van 3msec. Een stuk sneller dus.
Waarom die DRA er zoveel tijd voor nodig heeft is me onduidelijk.
Adaptive Averaging:
Iedereen die wel eens met een doppler peiler tussen bebouwing heeft rondgereden weet dat je bijna niet kan zonder een goede middeling van de peilingen, omdat je anders knettergek wordt van de zenuwachtige indicaties. Dat komt uiteraard door de massa aan reflecties die je antennes bestormen.
In de conventionele dopplers maakte ik de Q van het digitale filter zo hoog dat de pelorus lui reageert, en dus min of meer een eenduidige richting aan blijft wijzen.
In de Arduino peilers gebruik ik een Quality oordeel dat ervoor zorgt dat slechte peilingen weinig invloed hebben op de trage, gemiddelde peil-lijn, en de goede peilingen veel invloed hebben.
Dat werkt prima, maar het kon nog beter, want als je plotseling een bocht nam dan had de gemiddelde peil-lijn best wat tijd nodig om bij te komen.
Ook als de zender uit de lucht ging en een ander station on air kwam had de gemiddelde peiling ettelijke seconden nodig om daarop in te stellen.
Inmiddels rijd ik een week of twee rond met een versie die de mate van middeling automatisch aanpast aan de omstandigheden.
Op een normaal signaal loopt de middeling op voor maximale precisie en bearing stabiliteit.
Zit het signaal echter in de laatste paar metingen steeds aan een zijde van de gemiddelde peil-lijn, dan betekent het dat je een bocht aan het maken bent of dat er een andere bron in de lucht is gekomen.
De peiler reageert daarop door de middeling stapsgewijs te verkorten zodat de de gemiddelde peil-lijn veel sneller reageert op de wijziging.
Daartegenover staat dat de peiler niet snel moet reageren op sterke reflecties die per definitie in een foute richting wijzen.
Het was natuurlijk best wel even tweaken om reactiewaarden te vinden die in de meeste praktijksituaties goed voldoen.
Maar dat is in de afgelopen twee weken gebeurd en afgerond.
Bezitters van een RDF41 kunnen desgewenst kosteloos hun peiler laten updaten met deze feature.
Groet,
Wil.