Die ingangsweerstand/impedantie-optie had ik in mijn initiele reactie naar Frits ook
ingetypt, maar -na intypen- weer gewist om het volgende:
1. de (455 kHz) filters zijn 'ideaal'
2. er moet gecli
pt (Kofschi
p) worden, dus foezelen mag
3. dan is het een stijlkwestie kwa clippen:
3a. hard/hoekig --> (gierend) veel gain maken en laten clampen op de diodes
(waarbij afhankelijk van de/het type diodes de 'hoekvorm' wordt gegenereerd)
3b. 'zachter'/'met een aanloop' --> tijdsconstante invoeren.
Ad 3a. Dit is in mijn ogen echt clippen --> toppen afhakken met scherpte
en intermod buiten de passband wegfilteren en intermod binnen de passband accepteren
(geeft 'rauwere' klankkleur)
Ad 3b. Dit neigt naar 'compressie' --> overall 'druk' opvoeren,
met 'ADSR'. (geeft 'zachtere klankkleur')
Voorts: clippen <> compressie.
Ad ad 3a. Rauwere klankkleur resulteert in betere 'copy' aan de andere zijde
bij lage(re) SNR's. Dit is mijn ervaring zeker op UHF (lees: weinig static/atm storingen)
Het is een crime voor hardere signalen vanuit een comfortperspectief
('niet om aan te horen', etc) --> echter wel goed verstaanbaar
(maar -herhaal- niet comfortabel)
Ad ad 3b. Softere klankkleur is comfortabeler voor sterkere signalen maar
minder goed bij lage(re) SNR's --> niet/minder verstaanbaar
Dan nog een drogredenatie: in contests zijn diegenen die écht clippen
beter verstaanbaar (helemaal als audio piekt op 1.8 kHz) in de brij dan
de gemiddelde 'PROC' knop. <-- 'processing' --> veelal compressie.
Kom ik toch weer terug op de
psychoacoustiek ;-)