Examenvraag 22; maart 2017

Alle overige elektronica.
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
PH2UN
Berichten: 209
Lid geworden op: 06 sep 2018, 21:57

Examenvraag 22; maart 2017

#1 Bericht door PH2UN »

Goedenavond,

Bij deze vraag zijn twee schakelingen gegeven X en Y.

Volgens mij is schakeling X een Colpitts - oscillator, schakeling Y herken ik niet.
Het goede antwoord moet volgens opgave D zijn (uitsluitend schakeling Y).

Kan iemand mij dit misschien uitleggen?
Ik zou zelf antwoord A gekozen hebben.
Bijlagen
Knipsel1-3-2017 22.PNG

Remco
Berichten: 675
Lid geworden op: 25 mar 2012, 15:39
Roepletters: PA3FYM
Locatie: Het Gooi

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#2 Bericht door Remco »

Y is een Colpitts oscillator in 'geaarde' basis (basis is RF 'koud') en feedback wordt aan de emitter gegeven.

X lijkt op een Colpitts oscillator, maar de feedback had in de getekende schakeling naar de basis gemoeten
en dan moet ook de 1 uF verwijderd worden.

Zie b.v. hier.

Gebruikersavatar
PH2UN
Berichten: 209
Lid geworden op: 06 sep 2018, 21:57

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#3 Bericht door PH2UN »

Top, daar heb ik wat aan.
Heel erg bedankt.

Groeten,

Hubert

Gebruikersavatar
PA3DJS
Berichten: 2493
Lid geworden op: 04 mei 2014, 16:41
Roepletters: PA3DJS
Locatie: Maarssen
Contacteer:

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#4 Bericht door PA3DJS »

In beide schakelingen ligt voor AC de basis aan massa (via de dikke C van 1 uF). Collector en Emitter liggen niet aan massa, dus is er een grote kans dat het een gemeenschappelijke basis schakkeling is (common base circuit).

Een gemeenschappelijk basisschakeling geeft doorgaans spanningsversterking. Als je de emitter even iets optilt, gaat er minder emitterstroom en dus ook minder collectorstroom lopen, en dan loopt de collectorspanning op. In en uitgang voor common base is dus in fase. De common base schakeling heeft echter een stroomversterking van iets kleiner dan 1. De emitterstroom is immers de som van Ib en Ic, dus Ic is altijd wat kleiner da Ie (LF benadering).

Het terugkoppelnetwerk moet dan ook op de gewenste oscillatiefrequentie 0 graden fasedraaien, en iets stroomversterking hebben, maar de teruggekoppelde spanning verzwakken.

In Circuit X loopt de terugkoppeling via een pi-filter, en dat geeft 180 graden fasedraaiing (bij voldoende Q factor), dus kan niet meer aan de oscilleervoorwaarde worden voldaan .

Circuit Y heeft een gewone capacitieve spanningsdeler waarbij de fasedraaiing 0 graden is, en de spanningsdeling een factor 3 is (dus versterking is 0.33). Bij de resonantiefrequentie "ziet" de collector een ohmse belasting, dus die transistor kan lekker spanning versterken. De resonator van circuit Y geeft, net als een transformator met minder secundaire windingen, wel stroomversterking, in dit geval factor 3.

Zolang de spanningsversterking van de transistor in de schakeling > 3 is (en dat is het geval), is aan de oscilleervoorwaarden voldaan.

Tot slot, omdat een capacitieve deler gebruikt wordt, noemen ze het een Colpitts oscillator. Ik moest opzoeken hoe ik Colpitts moest schrijven...

Gebruikersavatar
PH2UN
Berichten: 209
Lid geworden op: 06 sep 2018, 21:57

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#5 Bericht door PH2UN »

Ik vind het een lastige vraag en ik vraag me af hoeveel % deze vraag goed beantwoord heeft.
In het Veron boek staat precies een halve pagina over deze oscillator en de beschrijving is maar heel summier. Absoluut onvoldoende informatie om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Ik heb dat bij meer vragen gemerkt. Ofwel zijn de vragen te moeilijk, ofwel is de stof in het boek te simpel.

Hubert

Gebruikersavatar
PA3DJS
Berichten: 2493
Lid geworden op: 04 mei 2014, 16:41
Roepletters: PA3DJS
Locatie: Maarssen
Contacteer:

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#6 Bericht door PA3DJS »

Wat vind je moeilijk aan deze vraag?

Loop je vast met de gemeenschappelijke basisschakeling, toepassen van de oscilleervoorwaarden, transistorversterkers in het algemeen, eigenschappen afgestemde kringen met cap. of ind. tap, etc?

Examens maken vergt ook een zekere handigheid die je moet leren. Als je de trucjes doorhebt, kan het je zo een aantal fouten schelen.

Gebruikersavatar
Juul - PE0GJG
Berichten: 3347
Lid geworden op: 11 mei 2007, 20:29
Roepletters: PE0GJG
Locatie: JO22TJ - Biddinghuizen
Contacteer:

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#7 Bericht door Juul - PE0GJG »

Ik ben blij dat ik geen examen meer hoef te doen..............hi
"radio Veronica - de zeezender geschiedenis" - http://www.norderney.nl

PE0GJG sinds 1975

Gebruikersavatar
PH2UN
Berichten: 209
Lid geworden op: 06 sep 2018, 21:57

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#8 Bericht door PH2UN »

PA3DJS schreef:Wat vind je moeilijk aan deze vraag?

Loop je vast met de gemeenschappelijke basisschakeling, toepassen van de oscilleervoorwaarden, transistorversterkers in het algemeen, eigenschappen afgestemde kringen met cap. of ind. tap, etc?
Nou, ik vind het lastig om goed te beredeneren wat hier in dit schema nu precies gebeurt.
In het cursusboek staat uitgelegd hoe dat een transistor werkt en ook de gemeenschappelijke basisschakeling. Verderop staat hoe een oscillerende kring werkt, tot zo ver geen probleem.
Vervolgens worden deze zaken in één schema verwerkt en verschijnen er opeens weerstanden en condensatoren in het schema, waarvan eigenlijk niet uitgelegd wordt waar ze voor dienen en waarom ze er zitten. Dat vind ik vervelend, want dan ga je met zo'n vraag de mist in.
Schema X lijkt bedrieglijk veel op het schema uit het boek. Het enige dat anders is is de condensator van 1muF in de basis en de condensator van 1 pF naar de collector. Deze condensatoren zitten echter ook in schema Y, dus daar kan het verschil dan niet in zitten denk ik dan.

Gebruikersavatar
PA3DJS
Berichten: 2493
Lid geworden op: 04 mei 2014, 16:41
Roepletters: PA3DJS
Locatie: Maarssen
Contacteer:

Re: Examenvraag 22; maart 2017

#9 Bericht door PA3DJS »

Als het puur om de vraag gaat welke van de schakelingen een oscillator is, hoef je maar naar twee dingen te kijken:

-de rondgaande fasedraaiing moet nul zijn (of 360, 720 degr etc)
-de rondgaande versterking moet > 1 zijn

Voor het eerste moet je weten wat de fasedraaiing is van de drie basisschakelingen, en weten wat de fasedraaiing van de diverse resonatoren is (inclusief resonatoren waarbij de L bijvoorbeeld door een inductief werkend kristal vervangen is). een pi-resonator (zoals in schakeling X) draait 180 fase. Je kunt ook een resonator hebben met transformatorkoppeling, en dan is de positie van de stipjes van belang.

Voor het laatste moet de gelijkstroominstelling een beetje kloppen (anders versterkt de transistor niet). Bij zulk soort vragen is het niet de bedoeling dat je gaat rekenen. Het is een kwestie van kijken of de transistor met alle componenten daaromheen als versterker kan werken.

Als je de stof ook daadwerkelijk wilt begrijpen (dus niet alleen als doel hebt om F te halen), dan lijkt het mij beter dat je eerst een stap terug gaat richting gelijkstroominstelling van transistoren, en wat de versterking van de diverse basisschakelingen is (met de weerstanden erbij). Als dat niet lukt, zul je wellicht terug moeten naar weerstanden, stroom- en spanningsbronnen en wat condensatoren voor gelijk- en wisselstroom doen.

Als je de basis niet snapt, ga je verder in de cursus vastlopen en dat komt de motivatie in mijn beleving niet ten goede. Je moet wel een hele goede kop hebben om het te redden met het onthouden van weetjes. Komen er dan wat nieuwe vragen, dan loop je wellicht vast.

Het helpt (en motiveert) als je samen met anderen studeert. Je kan elkaar dan helpen, en door de moeilijke momenten heen slepen.

Plaats reactie